Aankooponderzoek bij het paard
Het aankooponderzoek bij paarden wordt steeds vaker uitgevoerd. Dit hangt nauw samen met de toenemende paardenhandel en de hogere eisen die ruiters en paardenfokkers aan hun paarden stellen. Hierbij voeren we een zo volledig mogelijk onderzoek uit in een zo optimaal mogelijke omgeving.
We trachten hierbij zo goed mogelijk de gegevens, de problemen en de diergeneeskundige factoren die van invloed kunnen zijn op de mogelijkheden van het paard i.v.m. zijn toekomstige functie te bepalen en te evalueren.
Afhankelijk van de wensen van de koper kunnen we nog bijkomende testen laten uitvoeren (laboratoriumonderzoeken).
Dit alles om na afloop van het onderzoek een zo duidelijk mogelijk en gefudamenteerd besluit aan de koper te kunnen meedelen. Vanzelfsprekend blijft echter de beslissing tot aankoop geheel en al bij de koper liggen. De dierenarts geeft enkel vertrouwelijke informatie aan de toekomstige eigenaar om deze in staat te stellen een oordeel te vellen en tot een goed besluit te komen. Het aankooponderzoek heeft zeker ook beperkingen: het is een momentopname van de klinische staat van het paard en geeft geen garanties voor verdere (sport)prestaties of levensloop.
De uitgebreidheid van het aankooponderzoek is afhankelijk van de aanvrager. De aanvrager is meestal de koper, soms gebeurt het echter dat een verkoper het onderzoek aanvraagt. Het opleidingsniveau en het gebruiksdoeleinde van het paard hebben een grote invloed op het aankooponderzoek. Een jong niet opgeleid paard is niet altijd makkelijk te onderzoeken, daardoor gaat men sneller afwijkingen missen.
Het gebruiksdoeleinde van het paard is van belang bij de evaluatie van de gevonden abnormaliteiten.
Het aankooponderzoek start met een telefoontje van de koper naar de dierenarts. Daarop volgt het invullen van een formulier aan de hand van de gegevens van het telefoongesprek. De naam van de koper, de verkoper en het paard , het doel waarvoor het paard gekocht wordt, evenals specifieke bevindingen en eisen van de koper en de gevraagde onderzoeken. Indien de verkoper tot het cliënteel van de dierenarts behoort , stellen we de koper daarvan op de hoogte. Dit om conflicten te vermijden. Ook is het aan te raden de verkoper een formulier te laten invullen en te ondertekeneen over de voorgeschiedenis van het paard. Zo vermijdt men alle misverstanden en eventuele kleine “vergetelheden” van de verkoper t.a.v. de koper en de dierenarts zelf.
Vooraf vraagt men ook best de toestemming aan de verkoper om een bloedmonster te nemen om eventuele doping te kunnen opsporen.
Het voordeel van een aankooponderzoek bij ons op de praktijk is dat het onderzoek van het bewegingsstelsel beter kan gebeuren, op een 35 m lange monsterbaan met mogelijkheid tot longeren op de harde en zachte bodem.
Het paard wordt best ook eens bekeken zonder halster, dit om vestibulaire op te merken die leiden tot head tilt zonder halster.
De eerste passen van het dier worden nauwkeurig in de gaten gehouden, zodat eventuele stijfheid of slepen van de ledematen genoteerd worden.
De
bouw van het paard kan een invloed hebben op eventuele kreupelheid,
ongelijke hoeven bv is meestal verworven en kan wijzen op een (vroeger)
chronisch manken.
Alle opgemerkte littekens aan de huid worden
genoteerd: zomereczeem, schurft bij paarden met veel beengehang,
neurectomie (zenuw verwijderd) thv de ondervoet.…
Bij warmbloeden kijkt men nauwgezet de knie na op zoek naar een litteken van doorsnijden van een knieband.
Grijze en witte paarden worden goed gecontroleerd op huidtumoren (melanoma). Het oogonderzoek is zeker van belang bij het aankooponderzoek.
Tijdens de palpatie van de ledematen, let men niet enkel op warmte en zwelling, maar oefenen we ook druk uit op de pezen om een peesletsel te onderscheiden.
Het onderzoek van het bewegingsstelsel van een paard omvat verschillende onderdelen.
Eerst
beginnen we met het paard te doen stappen, kort om zijn as draaien en
een kleine cirkel te maken, dit zowel links als rechts.
Vervolgens laten we het paard draven op een rechte lijn. De overgang stap naar draf en omgekeerd worden nauwkeurig opgevolgd, hier duiken niet zelden problemen met de knieschijf en problemen thv de zenuwbanen op.
Daarna longeren we het paard, eerst op harde bodem, daarna op zachte. Verder laten we het paard een paar passen achteruit gaan, gevolgd door een slangenvolte. Dit om de knieschijf, de bewegingscoordinatie en het evtl. trillen van de spieren te beoordelen.
Bij een buigproef wordt een kracht uitgeoefend op de gewrichten en omgevende weke delen, waardoor een manken uitgelokt of versterkt wordt. Een positieve buigproef houdt een risico in voor het verdere gebruik van het paard.
Vaak nemen we RX foto’s als onderdeel van het aankooponderzoek.
We maken standaardopnamen van het linker-en rechterstraalbeen van beide voorbenen (zijdelings en voorachterwaarts), het kootgewricht van de 4 benen samen met de sesamsbeenderen (2 schuine en 1 zijdelingse) , van het linker en rechterspronggewricht (2 schuine en 1 zijdelings) en een zijdelingse opname van het kniegewricht.
Een van de bedoelingen van het radiografisch onderzoek is het aantonen van OC of OCD.
Osteochondrosis
(OC) is een aandoening die de normale maturatie en differentiatie van
de groeiende kraakbeencellen aantast. Hierdoor wordt de endochondrale
verbening verstoord en persiteert het hypertrofisch kraakbeen. Dit
kraakbeen is zeer gevoelig voor trauma en kan loskomen van het
onderliggende been. Als men radiografisch fragmenten kan aantonen
spreken we van osteochondrosis dissecans (OCD). OCD is een
multifacoriële aandoening met een erfelijke component. Daardoor alleen
al is het voor de fokkers enorm belangrijk om deze erfelijke aandoening
uit te sluiten.
Echografie is de beste methode om weke delen in beeld te brengen, doch dit valt buiten het normale aankooponderzoek.
Bij mogelijke aandoeningen van het zenuwstelsel worden spiertrillingen, en uitgesproken atrofie van de ruspieren extra in de gaten gehouden. Ook wordt er op aanwezigheid van cornage of wobbler gelet. De staarttonus e.d. wordt ook nagegaan.
Naast het uitwendig onderzoek wordt er bij het aankooponderzoek ook een inwendig onderzoek verricht.
Er wordt eerst en vooral geluisterd naar het hart en naar de hartfrequentie voor en na arbeid. Bij duidelijke symptomen van hartziekte raden we een aankoop sterk af.
Bij onderzoek van het ademhalingsstelsel letten we de ademfrequentie, ademritme , type van ademhaling , ademdiepte en spontaan hoesten. We palperen de keellymfeknopen en trachten een hoest uit te lokken. We palperen thv van de keel op zoek naar een eventuele streng wijzend op een operatie van de stemband.
Bij aanwezigheid van neusvloei, neusbloeden of voedselresten raden we ten stelligste een endoscopisch onderzoek aan.
We onderzoeken elk paard tijdens arbeid, waarbij ademgeluiden bij het uitademen normaal zijn doch ademgeluiden bij het inademen zijn uit den boze.
Endoscopie voeren we voornamelijk uit in het kader van onderzoek naar mogelijke cornage.
Ook wordt er nagegaan dat we geen symptomen van chronisch bronchitis, nl.hoesten en vesciluair ademgeruis, horen.
We raden eigenlijk steeds een endoscopisch onderzoek aan daar niet alle ziekten van de ademhalingswegen die van belang zijn voor de waarde of toekomstig gebruik van het paard uitwendig waar te nemen zijn.
Op
het einde van het aankooponderzoek wordt een verslag opgemaakt met het
volledig signalement van het onderzochte paard, of we verwijzen naar het
signalement dat op het stamboekpapier staat.
Enkel de duidelijke,
klinische afwijkingen worden genoteerd, evenals de radiografische
beoordeling. De uitslag van het inwendig onderzoek wordt hieraan
toegevoegd, samen met de eindconclusie. Bij een gereserveerd of
ongunstig advies plaatsen we steeds een duidelijke verantwoording.
Indien de koper of verkoper wil kan een verslag overgemaakt worden aan
hun dierenarts.