
Aanschaf en verzorging van de kitten
Een kitten in huis nemen
Wanneer U beslist om een kitten in het gezin op te nemen is dat een hele verantwoordelijkheid. Kleine poesjes worden groot dus de komende 15 jaar of langer vraagt hij of zij uw zorg. Desalniettemin is het een leuke ervaring en geeft het veel voldoening.
Een geschikt poesje vinden
Er is een beslissing genomen… Er komt een klein katje in huis! Maar waar kunnen we er dan eentje vinden en welke moeten we dan kiezen?
Het
aanbod van kittens is in de zomer is enorm. Vooral de gewone “huiskat”
kan je overal vinden. De asielen en opvangcentra zitten in het voorjaar
en de zomer overvol. Er zijn ook verschillende kittens die aangeboden
worden uit nestjes van particulieren. Soms hangen er briefjes uit aan
ramen of in supermarkten met het aanbod van kittens.
Op onze website
en in onze praktijk is er af en toe een aanbod van kleine katjes van
klanten. Dierenwinkels moeten een vergunning hebben om katjes te
verkopen waardoor de kleine winkels meestal geen kittens hebben. Maar
ook daar hangen soms wel briefjes uit met kittens die nog een goed
tehuis zoeken.
Indien U een raskitten wenst is het aangeraden om naar een erkende fokker te gaan. Die kan U het beste wegwijs maken in de gewoonten en specifieke kenmerken van het ras. De ouderdieren zijn dan vaak ook aanwezig en op die manier heeft U een idee van hoe het poesje zal uitgroeien.
In allebei de gevallen is het sterk
aangeraden om vooraf goed te informeren en eens te gaan kijken naar de
leefsituatie van de kittens.
Een gezond katje heeft heldere ogen, een
net neusje en propere oortjes. Het katje mag niet mager zijn en moet
blinken in zijn vachtje. De meeste kittens zijn speels, nieuwsgierig en
actief hoewel sommige wat terughoudend kunnen zijn. Er mogen geen sporen
van diarree te vinden zijn.
De geschikte leeftijd om een katje uit het nest te halen is vanaf 8 weken. Het is absoluut af te raden om een katje vroeger dan 8 weken weg te halen van de moeder. De dieren leren nog veel van de moeder en hebben de nestwarmte nodig. Een katje dat te vroeg weggehaald is van de moeder kan afwijkend gedrag vertonen.
De keuze voor een mannetje of vrouwtje hangt af van de situatie en van persoonlijke voorkeur. Als er reeds een andere kat aanwezig is dan is het aangeraden om een mannetje en een vrouwtje te nemen ( best laten steriliseren!) of 2 mannetjes. 2 vrouwtjes geven over het algemeen meer problemen maar dit hoeft niet altijd zo te zijn.
In principe zijn er niet veel verschillen qua karakter tussen een vrouwtje of een mannetje. Het is belangrijk om ze te steriliseren zodat ze niet sproeien om hun terrein af te bakenen, dat ze minder weglopen en minder kans hebben om kattenaids krijgen.
Thuiskomst
Wanneer U thuiskomt met uw nieuwe huisgenootje zijn er een paar dingen
die het katje kunnen helpen om vlot aan te passen. Het is het beste om
het katje in een kleine ruimte los te laten en niet direct in het hele
huis. Op die manier loopt hij/zij niet verloren rond.
Zet hem eerst
eens in de kattenbak. Als hij dan op verkenning gaat dan weet hij waar
hij moet gaan plassen. Het is niet makkelijk maar probeer het diertje
tijd te geven om op ontdekking te gaan en laat hem dus even gerust. Ook
als hij zich verstopt.
Indien er nog katten of honden aanwezig zijn dan is het verstandig om ze aan elkaar te laten snuffelen wanneer het kleintje nog in de transporter zit. Dan kan de volwassen kat of hond het kleintje niet aanvallen.
Katten hebben geurklieren onder hun kin en aan de voetzooltjes. Daar kan men gebruik van maken om de dieren aan elkaar te laten wennen. Streel de poes onder de kin en streel dan de andere poes, op die manier krijgen ze de geur van de ander.
Nog een oplossing is allebei de katten een kamer apart geven en de volgende dag wisselen van kamer. Zo wisselen ze hun geuren uit en leren ze elkaar wat kennen.
En dan de gouden regel: zorg dat de nieuweling niet meer aandacht krijgt dan de andere poes/hond.
Voeding
Een goede voeding is bepalend voor de latere gezondheid van de kat. Als er in de eerste levensfase tekorten zijn dan kunnen er op latere leeftijd allerlei problemen optreden.
Groeiende katten hebben nood aan een voeding met onder andere:
- hoogwaardige eiwitten
- dierlijke vetten voor energie
- verhoogd gehalte aan mineralen zoals calcium en fosfor (voor goede botten)
- anti-oxidanten voor het immuunsysteem
Men kan kiezen uit 2 grote groepen voer:
- Warenhuismerken
- Gezondheidsvoer
Het verschil zit in de kwaliteit van het voer. Gezondheidsvoer is ontwikkeld door dierenartsen. Er zitten enorm veel voedingsstoffen in. Daardoor heeft de poes er ook minder van nodig dan van een gewoon merk.
Kittenvoer mag gegeven worden tot ze 1 jaar oud zijn, daarna schakelt men best over op een voer voor volwassen katten.
Na de sterilisatie kan het lichaamsgewicht van het dier toenemen daarvoor is er een speciaal voer voor gesteriliseerde katten die reeds minder calorieën bevat.
Vanaf 7 jaar schakelt men het beste over op een seniorvoeding.
Voor een meer uitgebreidere uitleg over het ideale voer voor uw dier kan u altijd terecht bij onze assistentes.
Verzorging
De meeste katten onderhouden zich goed. Een kat wast zich veel, daardoor is het niet noodzakelijk om ze in het bad te wassen. Doch voor sommige rassen kan het wel noodzakelijk zijn. Het is wel goed om ze te borstelen. Daardoor worden alle overtollige haren verwijderd. Hierdoor heeft de poes minder last van haarballen.
Sommige rassen vragen een specifieke verzorging bijvoorbeeld aan de oren of ogen. Informeer hier best voor bij uw fokker of dierenarts.
Kattenbaktraining
Katten zijn van nature uit proper. Ze houden ervan om hun behoeftes te doen op een plek waar ze kunnen graven.
Zet
de kitten regelmatig op zijn kattenbak en graaf met zijn pootjes in het
kattengrind. Al heel snel zal hij uit zichzelf gaan graven en bijgevolg
zijn behoefte doen.
Als extra aantrekmiddel kan de kattenbak uitgewassen worden met Javel. Als er een “ongelukje” is negeer dan de poes. Door aandacht te geven kan je dit gedrag vaak versterken. Het ongelukje kan U het beste schoonmaken met een middel zoals dettol of mister proper met sinaasappel/citroen geur. Dit ruiken ze niet graag.
Zorg
dat de kattenbak op een rustige plek staat, ver weg van zijn eten. Het
is belangrijk dat een kat niet schrikt op de kattenbak.
Sommige
katten gaan niet graag op bepaalde soorten vulling. Het kan daarom
noodzakelijk zijn om verschillende soorten te proberen.
Vaccinaties
Katten moeten vanaf een leeftijd van 8 weken twee maal gevaccineerd worden met vier weken tussentijd tegen kattenziekte, niesziekte en eventueel leucose. Hierna wordt de vaccinatie jaarlijks herhaald.
Ontwormen
Jonge katjes moeten op een leeftijd van 2, 4 en 6 weken ontwormd worden en hierna net zoals pups elke maand totdat ze een half jaar oud zijn. Volwassen katten moeten tussen de twee en vier keer per jaar ontwormd worden afhankelijk van hoeveel de kat buiten loopt.
Ontvlooien
Vanaf een leeftijd van 8 weken (of een minimum gewicht van 1 kg) kunnen de katjes ontvlooid worden; in de zomer moet dit zeker elke maand gebeuren en in de winter is het mogelijk dit eventueel om de anderhalve of twee maanden te doen.
Identificatie
Een poes kan net zoals een hond gechipt worden maar dit is niet verplicht. Het is wel aan te raden omdat katten regelmatig gevonden worden en het kan soms zeer moeilijk zijn de eigenaar te vinden.
Waarschuwingen
Er zijn enkele zaken waar men voor moet opletten zoals:
- een vijver: katten kunnen er vaak in maar niet meer uit
- de wasmachine is een warme leuke plek om te slapen
- katten kunnen vastzitten in een tuinhuisje of garage van de buren
- een raam dat kan kantelen. Sommigen willen erdoor kruipen maar blijven hangen
- De oven! Een warme plek om in te kruipen
- De koelkast: nieuwsgierige katjes kruipen overal graag in
- Kaarsen
- …
Eerste maal buiten spelen
Probeer af en toe met een harnasje en lijbandje de omgeving buiten te verkennen.
De eerste maal dat de poes buiten gaat geef je het beste geen eten. Een poes die honger heeft zal sneller terug komen. Door te schudden met korreltjes wanneer hij eten krijgt leren ze om op commando te komen. Wanneer hij dan voor de eerste keer buiten gaat kunt U schudden met zijn korreltjes om hem terug te lokken .
Probeer ook van hem telkens wat terug te roepen en dan weer wat verder te laten gaan, zo kan hij rustig wennen.