De merrie die moet veulenen
De gemiddelde drachtduur van een paard bedraagt 11 maanden. Er bestaat
wel een grote variatie in de uiteindelijke drachtduur; een merrie kan
tot een maand over tijd gaan. Ongeveer de laatste maand voordat de
merrie gaat veulenen begint de uier op te zwellen.
De laatste paar
dagen zwellen ook de tepels op. In het begin wijzen de tepels nog naar
binnen, maar op het laatst wijzen ze naar buiten. Ze begint dan te
‘kegelen’, dat wil zeggen dat er druppeltjes gestolde melk blijven
hangen aan de tepels.Dit fenomeen treedt bij sommige merries al enkele
dagen voor de partus op. Wanneer de uier vol schiet en de melk eruit
spuit, zal de merrie snel gaan veulenen (normaal gezien binnen de 24
uur).
Wanneer de uiteindelijke partus begint, zal de merrie
onrustig worden. Ze begint te zweten, loopt rond in de stal en gaat
regelmatig staan en liggen. Ook maakt ze regelmatig kleine hoeveelheden
mest. Deze zogenaamde ontsluitingsfase duurt bij de merrie gemiddeld 1
tot 2 uur.
Eerst komt de waterblaas (dit is de allantoïsblaas) en
dan de pootjesblaas (dit is de amnionblaas). De waterblaas breekt
meestal al zeer vroeg, maar het amnionvlies is zeer stevig en komt
meestal met de benen van het veulen mee naar buiten.
Wanneer het veulen eruit is, wordt bij de normale merrie de nageboorte binnen 15 – 30 minuten afgedreven. Wanneer de nageboorte na 6 uur nog steeds aanwezig is, moet de dierenarts worden gebeld. Het is zeer belangrijk dat de nageboorte in zijn geheel af komt, wanneer er een klein stukje blijft zitten kan de merrie al erg ziek raken als gevolg van de baarmoederontsteking een loopt ze een groot risico op hoefbevangenheid. Ook is het verstandig de merrie na het veulenen te temperaturen gedurende enkele dagen; bij een temperatuur van 38,3 °C of hoger moet er een dierenarts worden gebeld.
Een normaal veulen gaat binnen 1 –
2 minuten na de geboorte sternaal liggen en 2 tot 20 minuten na de
geboorte moet er een zuigreflex aanwezig zijn wanneer er een vinger in
de mond van het veulen wordt gestoken. De meeste veulens staan binnen
een uur na de geboorte recht; wanneer dit langer dan 2 uur duurt is dit
abnormaal.
Een veulen zuigt normaal bij de merrie in twee uur na de
geboorte; wanneer dit langer dan 3 uur duurt is het abnormaal. Een
normaal veulen zuigt ongeveer 4 keer per uur bij de merrie. De eerste
mest moet in 4 uur na de geboorte afkomen. Het is zeer belangrijk dat
het veulen voldoende biest binnen krijgt, dat wil zeggen minimaal 1 tot
1,5 liter in de eerste 12 uur na de geboorte.
Het veulen moet
regelmatig aan de tepel worden gezet indien hij het niet zelf doet en
wanneer dit zeer moeilijk gaat is het verstandig de merrie te melken en
het veulen de eerste biest per fles toe te dienen.
Wanneer er
twijfel bestaat of het veulen voldoende biest heeft opgenomen, is het
verstandig 12 tot 18 uur na de geboorte van het veulen bloed te nemen om
dit te controleren. Wanneer het gehalte antistoffen in het bloed van
het veulen te laag is, moet er plasma worden gegeven via een infuus.
Het
is dus zeer belangrijk het gehele geboorteproces nauwkeurig op te
volgen. Het is mogelijk de merrie hiervoor naar de kliniek te brengen
zodat ze goed opgevolgd kan worden. Er zijn hulpmiddelen aanwezig zoals
magneetjes die in de vulva worden vast gehecht en singels die een alarm
afgeven zodra de merrie plat gaat liggen zodat de geboorte van het
veulen niet kan worden gemist. Ook na de geboorte moeten merrie en
veulen zeer goed in de gaten gehouden worden!
Wanneer er problemen
zijn opgetreden tijdens het veulenen, wanneer het veulen te vroeg
geboren is of wanneer het veulen zich direct na de geboorte niet goed
ontwikkelt moet dit altijd zeer serieus worden genomen en is het het
beste het veulen direct op te nemen in een kliniek.